Voegen en schaven: bovenblad voegen en op dikte brengenLijmnaad recht schavenDe 2 helften worden tegen elkaar gelegd, en mbv de jaarringen wordt bekeken en uitgemeten hoe deze zodanig op elkaar gelegd kunnen worden, dat identieke jaarringen weer op elkaar komen te liggen. Met de 2 bladen op elkaar op de futselplank worden deze met de reischaaf gelijktijdig superrecht geschaafd. Als er in dwarsrichting een kleine afwijking is (niet helemaal 90°), hebben beide delen dezelfde afwijking (de één positief, de ander negatief), en deze heffen elkaar op bij het tegen elkaar lijmen.
Bovenblad helften lijmenAls de helften helemaal recht zijn worden ze weer opengeklapt, Ter controle worden de 2 delen tegen elkaar houden met een lamp erachter: er mag geen licht door komen. Als alles recht is, wordt er gelijmd. (Zie "Inspanplank")
Op dikte brengenHet blad wordt geschaafd tot op een dikte van 2.4 mm. Belangrijk is te letten op de zgn. ‘runout’: de vezels lopen nooit helemaal parallel aan het oppervlak, daardoor zal de schaaf in de ene richting lekker snijden, maar de andere kant op happen: er kunnen dan vezels te diep worden weggetrokken, waardoor het blad onbruikbaar wordt. Omdat de helften gespiegeld zijn, is de vezelrichting van de 2 bladhelften tegengesteld! De buitenkant wordt mooi glad afgewerkt, de binnenkant wordt nog verder bewerkt.
Diktevariaties aanbrengenOpnieuw met de schaaf wordt het bovenblad in vorm gebracht door de achterzijde te bewerken, de laatste loodjes met een schraapstaal. Het dikteverloop is standaard: de randen worden dunner om een goede trilling mogelijk te maken. De uiteindelijke diktes zijn geworden zoals hier getekend: 2.4mm afnemend tot 1.9mm. Hoe dunner het bovenblad, hoe harder de grondtoon klinkt in verhouding met de boventonen, in dit geval dus meer bas. De juiste dikte wordt bepaald door regelmatig tijdens het schaven het blad te buigen: op het moment dat het blad slap dreigt te worden is de juiste dikte bereikt.
{gotop} |