Frees "jig" voor bindings en randinleg

De freesjig zonder slee

 

Voor het frezen van de bindings en randinleg ('purfling') heb ik een opstelling gemaakt die ervoor zorgt dat de sponningen altijd evenwijdig aan de zijwand worden gefreesd. Dit heeft tot resultaat dat de bindings overal even breed blijven. Dit in tegenstelling tot de "andere" methode: het frezen met de frees rustend op het voor- of achterblad. Deze bladen zijn bol, en hebben bovendien niet overal dezelfde hoek met de zijwanden. Omdat de sponningen haaks op deze schuine bladen worden gefreesd, komen ze daardoor in meer of mindere mate schuin in de zijwand. Dit heeft tot gevolg dat ook de bindings scheef komen te zitten. Als de hoek altijd gelijk zou zijn zou dit niet echt een probleem vormen, maar omdat de hoek varieert zit de binding onder een hoek die varieert tussen 0⁰ en 4⁰. Dit zorgt bij een binding van 7mm hoog voor een verloop van 0.5mm op een totale breedte van 2mm. Door de frees 2⁰ schuin te zetten, kan dit worden gehalveerd (+ of -0.25mm), maar het blijft toch een verloop van 12.5%, en 0% is beter Smile

Het principe van mijn jig:

  • Een lange arm met een scharnier aan de ene, en een frees aan de andere kant
  • Een toren met katrol voor een contragewicht voor de frees
  • Een constructie die de frees altijd op de juiste afstand houdt, ook wanneer de frees niet helemaal haaks op de raaklijn van de gitaar wordt gehouden.
  • Een slede, waarin de gitaar vastgezet wordt en horizontaal kan worden rondbewogen

2 extra eisen:

  • Alles moet demontabel zijn, omdat het geheel per gitaar slechts enkele minuten gebruikt wordt, en daarna weer opgeborgen moet kunnen worden. Hierdoor is de constructie soms iets ingewikkelder geworden.
  • De freesmachine moet volledig intact blijven voor normaal gebruik.

MDF-plaat met lattenversteviging als basis

 

De basis bestaat uit een plaat MDF van 61 bij 122cm. Dit is groot genoeg om een gitaar in alle richtingen te kunnen bewegen. Onder de plaat komen op strategische plekken panlatten, ter versteviging en om de 2 torens te bevestigen. De latten worden geschroefd met verzonken schroeven.

Afstellen met waterpasDe arm waarop de frees wordt gemonteerd wordt gemaakt van dun MDF, verstevigd met 2 aluminium hoekprofieltjes, ter voorkoming van doorbuigen. Aan het ene uiteinde komt een piano-scharnier aan een houtklosje, dat met 2 bouten en vleugelmoeren aan de linker toren in hoogte verstelbaar wordt bevestigd.

De hoogte is afhankelijk van de dikte van de te frezen gitaar, en wordt afgesteld met een waterpas.

Toren met contragewicht en lamp

 

Midden-achter wordt een toren gemaakt, met bovenin een katrol. Over deze katrol loopt een koord dat aan de frees is bevestigd, aan de achterkant hangt een contragewicht. De resterende druk van de frees op de gitaarkast bedraagt ca 300 gram. Om beter zicht te hebben tijdens het frezen wordt een lamp gemonteerd die door een gat de frees verlicht.

Armgeleider

De arm glijdt langs de toren, evenals de bovenzijde van de frees. Daarom kan deze niet kantelen, en blijft altijd precies horizontaal.

Frees + geleiderconstructie

Om zicht te hebben op wat er tijdens het frezen gebeurt, worden de onderdelen onder de frees gemaakt van blank perspex. De frees die gebruikt wordt heeft een diameter van 12mm, het gat waar de frees door steekt is 12.5mm wijd. Het deel dat op de gitaar rust is cirkelvormig. De eerste 4mm lopen vlak, verder oplopend naar buiten. Het perspex is zo glad gepolijst dat het weer doorzichtig is en bovendien soepel over de gitaar glijdt.

Onderaanzicht: frees, afstandhouder en gitaar

Het is de bedoeling om zo veel mogelijk haaks op de raaklijn van de gitaar te frezen, maar de constructie van de afstandhouder is zodanig dat het niet uitmaakt als dit niet gebeurt: er mag 45⁰ naar beide zijden worden afgeweken. Dit wordt bereikt door de maatvoering en plaatsing van de geleider die de frees op de juiste plek tov de zijwand houdt. Omdat ik tot nu toe altijd dezelfde dikte binding en purfling gebruikt heb, heb ik hiervoor een geleider gemaakt. Voor andere maten zal een nieuwe geleider moeten worden gemaakt, OF er kan gebruik worden gemaakt van de Stewmac freesbits met verwisselbare lagers (maar die vind ik te duur in verhouding tot het geringe gebruik dat ik ervan maak, echter kan dan wel de gehele geleiderconstructie vervallen).

Sponning wordt gefreesd

 

 

 

De sponning voor de binding wordt 7 mm diep en 2mm breed. Door de geleider een 2mm kleinere straal te geven dan de frees, en deze daar midden onder te plaatsen, ontstaat er rondom een afstand van 2mm tussen de buitenranden van frees en geleider. Hierdoor maakt het niet uit of de freesmachine al dan niet haaks tegen de gitaar wordt gebruikt. Het frezen van de sponning voor de purfling verloopt net zo: deze wordt 2mm breed, dat betekent dat de totale breedte tov de kastrand (waar de geleider langsloopt) 4mm wordt. De straal van de geleider dient dus 6mm – 4mm (straal frees – sponningbreedte) = 2mm te worden. De doorsnede wordt dus 4mm. Voor beide geleiders zijn stukken breinaald gebruikt: precies op maat en mooi glad!

 

De "slee"

Om de gitaar zodanig langs de frees te laten lopen, dat de zijwanden parallel aan de frees lopen, is een soort slee gemaakt, waarmee de gitaar soepel over het werkblad kan worden bewogen. Op 4 hoekpunten is een glazen knikker gemonteerd, waardoor nagenoeg wrijvingsloos kan worden bewogen. Een gitaar is in principe aan de halskant minimaal 10mm dunner dan aan de staartkant, dus zal de gitaar schuin moeten worden ondersteund: hiervoor is de slee voorzien van een verstelbaar kantelmechanisme.

Zijwanden haaks afstellen

De gitaar wordt zodanig gekanteld, dat de zijwanden precies loodrecht op de bodemplaat komen te staan. De gitaar wordt geklemd mbv 4 haakse beugels: 2 vaste en 2 beweegbare (om gitaren van alle afmetingen te kunnen bevatten). De beweegbare zijn voorzien van sterke elastieken, zodat goed strak geklemd wordt.

De frees wordt afgesteld op de juiste diepte voor de binding, en de geleider voor de breedte. De binding is 2.2mm breed, de sponning maak ik 2mm. De 0.2mm extra wordt met een schraapstaal weggewerkt, zodat de zijwand naadloos overloopt in de binding. Als de gitaar ingespannen is, wordt het hoogste deel tegen de frees geplaatst, en de arm wordt mbv de waterpas afgesteld: niet horizontaal, maar het scharnierpunt 1 cm hoger. Hiermee wordt voorkomen dat de gitaar vastloopt tegen de arm. Hoewel de arm door het "tapse" verloop van de gitaar ca 1 cm zal dalen op het laagste punt, dit geen invloed heeft op de freeshoek tov de zijwand: de beweging vindt plaats parallel aan de zijwand. Bovendien is het verschil bij deze armlengte van 70cm minder dan 1⁰.

Hoewel bewegen tegen de draairichting van de frees in het prettigst gaat, is het aan te bevelen eerst met de draairichting van de frees mee te bewegen. Dit voorkomt dat er stukken uit de broze palissander zijwand worden geslagen. Een 2e pass om alles mooi glad te frezen kan dan tegen de draairichting in worden bewogen.

Deze procedure wordt herhaald voor het andere blad, hierna wordt voor de purfling de andere geleider gemonteerd en de diepte van de frees aangepast, en wordt de 2e sponning gefreesd.

 

{gotop}

<  Pantograaf    Berekeningen  >